Ik zie Prong naar buiten komen en vertrek met hem naar Caïro, de shoarma tent een eindje verderop. Daar bestellen we zes blikken bier en een Shoarma speciaal. Er zit een rood aangelopen zatlap uit een dorp vlak buiten Dokkum naast ons. Hij vraagt me wat ik van hem wil. Ik antwoord dat ik niks wil. Maar hij wil wel wat. Ruzie. Hij duwt tegen mij aan en vraagt of ik mee naar buiten ga. Woede vlamt door heel mijn lichaam en ik haal het vleesmes uit mijn dr. Martens te voorschijn. Ik steek het mes zo snel in zijn bovenbeen dat de traag begrijpende zatlap me eerst nog even een domme hondenblik toewerpt alvorens hij er achter komt dat er nogal wat bloed door zijn stretchbroekje heen komt.
Ik zeg tegen Sammy dat ik mijn shoarma schotel mee wil nemen en betaal waarna ik de tent verlaat en met Prong in een portiek ga zitten eten. Al na een paar happen flitst er een politie auto voorbij. Ik eet een hapje sneller, maar heb eigenlijk ook niet veel honger en laat de shoarma maar voor wat ie is.